Verslag van de SGOA Academy op 25 november 2024
Tijdens de SGOA Academy op 25 november deelden Ernst-Jan van de Pas (Dirkzwager) en Dorine ten Brink (Ploum) hun inzichten over recente IT-jurisprudentie. De middag stond in het teken van de thema’s mediation, verzuim en de impact van generatieve AI op de rechtspraak.
Mediation en verzuim
Ernst-Jan begon met de vraag in hoeverre mediation verplicht kan worden gesteld. In de zaak CSW/PPSB bepaalde de Hoge Raad dat een verplichting tot mediation afdwingbaar kan zijn, mits dit de toegang tot de rechter niet belemmert. Hij besprak in die context ook de NLdigital-voorwaarden, waarin partijen vrij zijn om mediation in te zetten, maar deelname wel verplicht is zodra een partij mediation initieert. Er werd geconcludeerd dat het arrest van de Hoge Raad rechters en arbiters de nodige ruimte biedt om een procedure al dan niet aan te houden als mediation niet is gevolgd.
Bij het onderwerp verzuim ging Ernst-Jan in op recente versoepelingen rond ingebrekestellingen. Rechters houden steeds meer rekening met context, zoals eerdere communicatie en de geboden herstelperiode.
Het thema ‘doormodderen’ kwam ook aan bod: situaties waarin projectdeadlines herhaaldelijk worden uitgesteld en steeds opnieuw niet worden gehaald. In een arrest van 12 april 2024 (ECLI:NL:HR:2024:575) oordeelde de Hoge Raad dat verzuim van rechtswege intreedt na een mededeling (artikel 6:83 sub c BW) en dat pogingen van de schuldeiser om de schuldenaar alsnog na te laten komen niet leiden tot afstand van diens rechten, omdat de schuldeiser anders wordt gestraft voor zijn coulance. Dit principe zou mogelijk ook van toepassing kunnen zijn op de andere verzuimgronden (sub a en sub b).
Generatieve AI in de rechtspraak
Dorine besprak het gebruik van generatieve AI in juridische processen. Ze verwees naar een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 7 juni 2024 (ECLI:NL:RBGEL:2024:3636), waarin een rechter ChatGPT inzette om de schade te schatten in een conflict over zonnepanelen. Op grond van artikel 6:97 BW mogen rechters de schade schatten wanneer deze niet precies kan worden vastgesteld. Dorine benadrukte dat dergelijke schattingen moeten steunen op betrouwbare informatie, zeker bij generatieve AI zoals ChatGPT, die bekendstaat om ‘hallucinaties’ (onjuiste beweringen die als feiten worden gepresenteerd).
Daarnaast ging Dorine in op het nieuwe bewijsrecht. Artikel 24 lid 2 Rv-nieuw bepaalt dat de rechter binnen de grenzen van de rechtsstrijd ambtshalve de grondslag van vorderingen, verzoeken of verweren met partijen kan bespreken. Dorine stelde dat deze bepaling de strikte opvatting over partijautonomie loslaat en de civiele rechter een actieve taak toekent bij het achterhalen van de materiële waarheid.
Vervolgens besprak Dorine artikel 149 lid 1 Rv, dat bepaalt dat een rechter alleen feiten en rechten in zijn oordeel mag betrekken die in het geding zijn gebracht en in rechte zijn vastgesteld. Lid 2 maakt een uitzondering voor feiten van algemene bekendheid, maar volgens Dorine is het vaak onzeker of iets daadwerkelijk als algemeen bekend kan worden beschouwd. Ze benadrukte het belang van transparantie en hoor en wederhoor, zodat partijen zich kunnen uitspreken over informatie die de rechter zelf inbrengt.
De interessante uitspraken en discussies maakten de bijeenkomst wederom geslaagd. We kijken uit naar de volgende editie van de SGOA Academy!
Auteur: Sude Zorluozpinar
Sude Zorluozpinar is Paralegal bij Project Moore