SGOA Signaal editie 1 – 2022
Geachte lezer,
In deze editie van onze nieuwsbrief onder meer aandacht voor het volgende:
- Na zonneschijn regent het ICT-conflicten
- SGOA Academy – mislukte (agile) IT-projecten
- Kennismaken met mediator Aletta Renken
- Deskundig in de rechtspraktijk
- Marktmacht van IT-leveranciers in de gezondheidszorg
- Tussentijdse opzegging van overeenkomst
- Implementatie van c2GO bij Peelgemeenten
- Overeenkomst niet ontbonden door afwezigheid fatale termijn
- Elektronische handtekening niet dezelfde rechtsgevolgen als handgeschreven handtekening
- Toegang tot BitTorrent-indexeringswebsites moet worden geblokkeerd
- Licentieovereenkomst voor software
- Samenwerking softwareontwikkeling op goede gronden beëindigd
- Tekortkoming in beveiligen IT-infrastructuur
- Overeenkomst domoticasysteem ontbonden
- Bewijsopdracht voor Interconnect
- Opzegging opdrachtovereenkomst vormt geen tekortkoming
- Handelde onderaannemer onrechtmatig?
- Leverancier hoeft schade niet te vergoeden, geen verzuim wegen ontbreken van rechtsgeldige ingebrekestelling (sommatie onvoldoende)
- IT-dienstverlener heeft aan verplichtingen voldaan
Na zonneschijn regent het ICT-conflicten
De zomer is in aantocht. Dat merk je ook aan de verontrustende berichten op het nieuws over te veel zon, te weinig regen en de gevolgen daarvan voor de waterstand, de boeren en de voedselvoorziening. Als de Nederlandse zomer eenmaal is begonnen, hoor je daar niemand meer over, want vaak is het neerslagtekort dan zo weer teniet gedaan.
Bij de SGOA komen er tegen de zomer meestal meer ICT-geschillen binnen. Het aantal zaken voor een heel jaar is nogal onvoorspelbaar, maar het lijkt erop dat partijen graag voor de zomervakantie hun ICT-geschil uit hun systeem willen hebben. We gaan zien hoe het dit jaar loopt, en ik ben vooral benieuwd naar de ICT-conflicten die over de agile aanpak gaan. Want agile is het toverwoord voor het voorkomen en oplossen van ICT-problemen. Je ziet nooit meer offertes van ICT-leveranciers waarin staat dat het project volgens een waterval-methode wordt opgepakt. Daar zijn ook goede redenen voor. Maar tot nu toe heeft de verschuiving van waterval naar agile bij de SGOA niet geleid tot minder ICT-geschillen. Waar mensen werken, worden fouten gemaakt en ook agile is gevoelig voor menselijk falen.
Daarom breng ik de SGOA Academy van 7 juni graag onder uw aandacht: die staat in het teken van mislukte agile projecten en juridische geschillen daarover. Heeft u zich nog niet ingeschreven? Doe dat dan nog even viawww.sgoa.euof stuur een mail naarinfo@sgoa.eu, dan bent u binnenkort weer helemaal up-to-date.
In deze SGOA Signaal verder interessante bijdragen van drie van onze associates:
- Jurist-mediator Aletta Renken stelt zich voor.
- IT-deskundigen Nico Keijser en Jacques Honkoop vertellen meer over hun boek Deskundig in de rechtspraktijk en
- IT-arbiter Jos Aarts geeft een inkijkje in de wereld van leveranciers van elektronisch-patiëntendossier-systemen en hun macht door middel van vendor lock-ins.
Veel leesplezier, we wensen u precies genoeg regen en zonneschijn de komende tijd!
Namens het bestuur van de SGOA
Chris BarbiersVoorzitter
Op dinsdag 7 juni is er weer een SGOA Academy
SGOA Academy – mislukte (agile) IT-projecten
Wat zijn de conflict-issues bij agile IT-projecten en agile contracten? Welke juridische aspecten spelen een rol? Michiel van Ast en Ruben Meeboer geven voorbeelden uit de praktijk én lessons learned.
Sprekers:Michiel van Ast (Leeway advocaten) en Ruben Meeboer (&samhoud) Waar:Het Amsterdamse Proeflokaal, Stadionplein 300, 1076CK Amsterdam Tijd:16.00 (inloop vanaf 15.30 uur) – 18.00 uur met aansluitend borrel Prijs:€ 200,00 (10% korting voor VIRA-leden)
U krijgt na afloop een certificaat van deelname. LRGD heeft aan de academy 2 PE punten toegekend
Kennismaken met mediator Aletta Renken
Aletta Renken deed de postdoctorale Grotius/VIRA opleiding Informaticarecht en is ruim 12 jaar mediator in zakelijke conflicten. Ze begeleidt inmiddels ook veel IT-mediations. Inhoudelijke en juridische kennis deed ze op als advocaat en bedrijfsjurist. Aletta was onder andere projectleider juridische zaken bij Libertel (nu Vodafone) bij de opstart als tweede mobiele netwerk in Nederland. En werkte aan IT-projecten bij Vizzavi, het Kadaster en Translink (OV-chipkaart). Als advocaat adviseerde Aletta bedrijven over licentieovereenkomsten, distributiecontracten, service-overeenkomsten en algemene voorwaarden in de telecom en IT-sector.
“Waar mensen samenwerken, kan dat leiden tot frictie, miscommunicatie of zelfs een conflict. Dat geldt ook voor IT-projecten, van groot tot klein. IT-projecten zijn net rijdende treinen: mensen stappen in en uit, zitten in verschillende wagons, communiceren niet altijd met elkaar en leggen ook niet alles schriftelijk vast. Aan het begin is de route en eindbestemming vastgelegd, maar de route kan veranderen en soms wordt de eindbestemming moeizaam of helemaal niet bereikt.”
Toekomstgericht
“Je kunt dat dan juridisch gaan benaderen en proberen op te lossen vanuit de afspraken die zijn vastgelegd in contracten, mails en verslagen. Je kijkt terug: wat ging er mis en hoe nu verder? Het gaat dan om gelijk hebben of krijgen. Maar lost dat de zaak echt op? Hoe halen we dan met zijn allen die eindbestemming? Mediation kan dan een beter instrument zijn. Onder begeleiding van twee neutrale, inhoudsdeskundige begeleiders gaan partijen met elkaar in gesprek, in vertrouwelijkheid en met heldere procesafspraken. Met als doel om tot een duurzame, bedrijfsmatige oplossing te komen. Toekomstgericht. In de mediation komt op tafel wat er speelt, wat dat voor invloed heeft op de mensen en de bedrijfsvoering, wat de financiële en juridische implicaties zijn, de wensen, de zorgen: wat is nú belangrijk en wat hebben we daar voor nodig van elkaar? Met de belangen van betrokkenen en de gemaakte afspraken in het achterhoofd vinden we dan op korte termijn een oplossing waar iedereen mee verder kan. Dat bespaart veel tijd en kosten. Is er een (juridisch) vraagstuk dat objectief moet worden beantwoord, dan kan om een uitspraak of bindend advies van de rechter of arbiter worden gevraagd.”
Deskundig in de rechtspraktijk
Tweede druk handboek voor gerechtelijke deskundigen in Nederland
In maart verscheen de tweede druk van Deskundig in de rechtspraktijk. Daarin beschrijven SGOA-associates Jacques Honkoop en Nico Keijser samen met Ernst Peter Tamminga het complete proces van de vervaardiging van een deskundigenbericht: vanaf het eerste contact met de griffie tot en met het indienen van het rapport en het eventueel op de zitting verschijnen. Ook besteden de auteurs aandacht aan de keuze van de deskundige, aan de soorten deskundigenberichten en de totstandkoming van de overeenkomst. En ze geven antwoord op de vraag wie nu eigenlijk opdrachtgever is.
Neuropsycholoog
In het boek staan ook gastbijdragen over het optreden als deskundige in het bestuursrecht en het onteigeningsrecht, plus een bijdrage van de neuropsycholoog als deskundige. De auteurs stelden het boek samen om anderen die als deskundige gaan optreden te informeren. Want de artikelen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Leidraad Deskundigen beschrijven niet altijd de context of alle overwegingen. Deskundig in de rechtspraktijk is een handleiding voor geregistreerde deskundigen én iedereen die dat wil worden. De hoofdstukindeling volgt de chronologische volgorde van het proces: u leest het boek van begin tot eind, maar kunt ook alleen het hoofdstuk lezen dat gaat over het stadium waar u op dat moment in zit.
Ervaringen
De auteurs baseerden het boek op eigen ervaringen en die van anderen. Ze schreven het boek toen ze constateerden dat deskundigen in hun onderzoek vaak werden en worden geconfronteerd met advocaten die niet goed weten hoe een deskundigenprocedure werkt. Het is frustrerend om tijdens het onderzoek aan een advocaat te moeten uitleggen waarom hij geen pleitnota hoeft te overleggen bij een bijeenkomst met deskundigen. Het is vertragend én een risico als tijdens het praktische onderzoek juridische argumentatie wordt gebruikt. De deskundige die zich daar niet goed van bewust is, loopt de kans dat zijn deskundigenbericht juridiseert en daarmee onbruikbaar wordt voor de rechter. Een boek, kortom, voor alle partijen in een geschil waarin een deskundigenonderzoek wordt bevolen.
ISBN 9789462512917Uitgeverij Paris
Marktmacht van IT-leveranciers in de gezondheidszorg
Dr. Jos Aarts Erasmus Universiteit Rotterdam
In de Nederlandse ziekenhuiswereld zijn de IT-leveranciers Chipsoft uit Nederland en Epic uit de Verenigde Staten dominant. Samen beheersen zij 83% van de markt van elektronische patiëntdossiers (EPD). Twee andere leveranciers komen niet verder dan 17%. Vanwege de signalen van marktdominantie van twee leveranciers startte de Autoriteit Consument & Markt in 2020 een eigen onderzoek. Hiervoor werden een aantal deskundigen geïnterviewd en de nodige documenten bestudeerd.
Vendor lock-in
In juni en december 2021 publiceerde de ACM twee rapporten met de stand van zaken van het onderzoek. In het eerste rapport geeft de ACM een schets van de IT-ontwikkelingen in de zorg, zoals het EPD, de persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) voor patiënten en wetgeving voor uitwisseling van gegevens in de zorg (bron). De ACM constateert dat er in de ziekenhuizen sprake is van eenvendor lock-in, een situatie waarin een ziekenhuis afhankelijk is van één leverancier.
Software als intellectueel eigendom
Een vendor lock-in grijpt voor de Nederlandse ziekenhuizen diep in op de infrastructuur. En maakt een wisseling van leverancier zo goed als onmogelijk. Het ziekenhuis hanteert eigen standaarden voor de verwerking, opslag en communicatie van patiëntgegevens. Dat laatste maakt het voor andere leveranciers moeilijk applicaties te maken die aansluiten op de EPD-systemen. De leveranciers stellen zich op het standpunt dat patiëntgegevens bij het ziekenhuis en patiënten behoren. Maar zij bepalen hoe de gegevens benaderd kunnen worden omdat de software zelf wordt gezien als intellectueel eigendom. Voor software die extractie en communicatie van data mogelijk maakt (application programming interface, API) moet daarom betaald worden in de vorm van licenties en forse consultancy-tarieven. Ook de vrijheid voor derde partijen om API’s te maken wordt sterk ingeperkt door het beroep op intellectueel eigendom. In een tussenrapport van december 2021 werkt de ACM die bevindingen verder uit en constateert dat vooral de interoperabiliteit (het kunnen communiceren van data tussen diverse systemen) wordt beperkt en doet suggesties voor verbeteringen (bron).
Nog geen eindrapport
In maart 2022 zou de ACM haar eindrapport uitbrengen. Maar in december 2021 vroeg een marktorganisatie aan de rechtbank in Rotterdam het rapport tegen te houden. De ACM werd in het ongelijk gesteld. En stelde daarop beroep in bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. In de uitspraak op 22 maart gaf het college de klager gelijk, en maakte de eerdere uitspraak grotendeels ongedaan (bron 1,bron 2). Volgens het college was een zuivere belangenafweging, door de complexe materie, niet mogelijk waardoor de klager onevenredig nadeel ondervond. Daarbij stelde de klager de rechtsvraag of de ACM wel bevoegd was om een onderzoek te doen naar de marktwerking van EPD-systemen. Het college besloot ook hier onderzoek naar te doen en later met een uitspraak te komen. Tot deze uitspraak wordt het eindrapport niet gepubliceerd.
Marktmacht
Naar mijn oordeel is de marktmacht van IT-leveranciers heel problematisch met een dominante Chipsoft die 70% van de markt in handen heeft. Het heeft er alle schijn van dat de twee kleine leveranciers de Nederlandse markt verlaten. In de Verenigde Staten heeft Epic een vergelijkbare positie. Het bedrijf stelde zelfs aan het Amerikaanse Congres voor om zijn eigen communicatiestandaarden tot nationale te maken. Dat werd afgewezen. EPD-systemen zijn forse investeringen – in kapitaal én in menskracht – en ingebed in de infrastructuur van ziekenhuizen. Uit mijn eigen onderzoek blijkt dat het heel moeilijk is daar veranderingen in aan te brengen (bron). Maar het echte probleem is de interoperabiliteit. EPD-leveranciers beroepen zich op intellectueel eigendom van de software om derde partijen buiten de deur te houden. Dat bemoeilijkt de koppeling van systemen, het opzetten van een PGO vanwege het regelen van toegang tot patiëntgegevens in de EPD’s en de uitwisseling van gegevens tussen ziekenhuizen en andere partijen in de zorg. Met deze marktmacht verdienen de leveranciers veel geld: in die zin zijn ze niet heel anders dan de farmaceutische industrie.
Nijmegen, 21 april 2022
JURISPRUDENTIE
Tussentijdse opzegging van overeenkomst
SGOA Haarlem 1 juli 2020,IT 3918; (Leverancier tegen Afnemer)
In dit arbitragegeschil gaat het om een tussentijdse opzegging van een overeenkomst voor het afnemen van zoekmachineoptimalisatie van leverancier. Afnemer gebruikte de zoekmachineoptimalisatiedienst voor zijn groothandel in parfums en cosmetica. Leverancier verzoekt om betaling van de openstaande facturen en om een betaling voor het tussentijds opzeggen. De arbiter wijst de vorderingen van leverancier toe. Volgens de arbiter is leverancier niet tekortgeschoten en zijn er ook geen omstandigheden die er voor kunnen zorgen dat afnemer niet hoeft te betalen.
Implementatie van c2GO bij Peelgemeenten
Rechtbank Oost-Brabant 20 april 2022,IT 3913; ECLI:NL:RBOBR:2022:1535 (Peelgemeenten tegen Info Support)
Info Support zou bij de Peelgemeenten na 13 oktober 2016 de applicatie c2GO implementeren. Op deze datum zijn twee overeenkomsten gesloten die Info Support verplichten de afspraken na te komen. De implementatie van de applicatie is relatief laat en er ontstaan diverse problemen waardoor Info Support verbeteringen aan de applicatie moet doen. Info Support zegt de overeenkomst vervolgens op, en de Peelgemeenten moeten op zoek naar een andere applicatie. De Peelgemeenten vorderen vervolgens één schadevergoeding voor de onrechtmatige opzegging van de overeenkomsten en één schadevergoeding voor overige tekortkomingen in nakoming van de overeenkomsten. Wat betreft de opzegging wordt wel aangenomen dat Info Support toerekenbaar tekort geschoten is omdat de overeenkomsten geen tussentijdse opzegmogelijkheid kenden. Door alsnog op te zeggen is verzuim ontstaan doordat Peelgemeenten daardoor mocht afleiden dat InfoSupport de overeenkomst niet meer na zou komen (mededeling in de zin van 6:83 sub c BW).
Overeenkomst niet ontbonden door afwezigheid fatale termijn
Rechtbank Noord-Holland 17 november 2021,IT 3904; ECLI:NL:RBNHO:2021:11291 (Vloerkledenwinkel tegen Pixelindustries)
Pixelindustries ontwikkelde in opdracht van Vloerkledenwinkel een app waarmee Vloerkledenwinkel online producten wil aanbieden. Het is de bedoeling dat klanten van Vloerkledenwinkel met de app digitaal een vloerkleed op de vloer van een zelfgekozen ruimte projecteren. Bevalt dat, dan kan de klant dat vloerkleed via de app bestellen. De opleverdatum van de app is herhaaldelijk uitgesteld. Omdat de app ook na de laatste termijn niet wordt opgeleverd, ontbindt Vloerkledenwinkel de overeenkomst met Pixelindustries. Het vonnis is interessant, niet alleen in verband met de overwegingen over het niet overeenkomen (meerdere keren) van een fatale termijn. Maar ook omdat de rb (met een beroep op het HR G4/Hanzevast arrest) de tegenvordering van de leverancier toewijst tot betaling van het positieve contract belang (het resterende bedrag dat de afnemer nog niet had betaald) wegens schuldeisersverzuim (verhindering nakoming).
Elektronische handtekening niet dezelfde rechtsgevolgen als handgeschreven handtekening
Ktr. Rechtbank Noord-Holland 16 maart 2022,IT 3902; ECLI:NL:RBNHO:2022:2255 (Piggy tegen gedaagde)
Piggy stelt een overeenkomst te zijn aangegaan met gedaagde: Piggy gaat licenties en hardware aan gedaagde leveren. Maar gedaagde heeft hier niet voor betaald en Piggy vordert nu betaling van de factuur. Gedaagde stelt zich op het standpunt dat er geen overeenkomst bestaat, omdat zij alleen heeft getekend voor nadere informatie. De handtekening is gezet op een tablet van Piggy in een systeem van Piggy. De kantonrechter oordeelt dat deze methode onvoldoende betrouwbaar is en stelt Piggy in de gelegenheid bewijs te leveren van de stelling dat gedaagde de overeenkomst en het bestelformulier digitaal heeft ondertekend.
Toegang tot BitTorrent-indexeringswebsites moet worden geblokkeerd
Uitspraak Rechtbank Rotterdam 24 mrt 2022,IT 3883; ECLI:NL:RBROT:2022:2518 (Brein tegen DFN)
DFN is een internet-accessprovider en beheerder van een glasvezelnetwerk. Klanten van DFN maken gebruik van BitTorrent-indexeringswebsites (platforms) waarop torrents worden geüpload. Torrents zijn bestanden met meta-informatie over bestanden op de computers van de gebruikers, zoals mediabestanden die auteursrechtelijk en/of nabuurrechtelijk beschermd kunnen zijn. Brein vordert DFN te bevelen de toegang van haar klanten tot de platforms te blokkeren. De voorzieningenrechter oordeelt dat niet is gebleken dat DFN hiervoor ondraaglijke en/of onredelijke offers moet brengen. En neemt aan dat de blokkade een marginale en dus aanvaardbare aantasting is van DFN’s vrijheid van ondernemerschap. De toegang tot de platforms moet worden geblokkeerd.
Licentieovereenkomst voor software
Rechtbank Den Haag 23 februari 2022,IT 3881; ECLI:NL:RBDHA:2022:1409 (TNO tegen Uscoutfor)
In deze zaak stelt TNO dat Uscoutfor verplichtingen uit de licentieovereenkomst alsnog helemaal moet nakomen. In reconventie vordert Uscoutfor dat de rechtbank de licentieovereenkomst ontbindt en TNO veroordeelt tot (terug)betaling aan Uscoutfor. TNO zou tekortgeschoten zijn in de nakoming van de licentieovereenkomst, omdat zij geen werkende technologie voor doelpuntherkenning heeft geleverd.
Samenwerking softwareontwikkeling op goede gronden beëindigd
Hof Amsterdam 15 maart 2022,IT 3874; ECLI:NL:GHAMS:2022:765 (ADS tegen geïntimeerde)
Partijen hebben een geschil over de gevolgen van de beëindiging van hun samenwerking voor de exploitatie van software die geïntimeerde voor ADS ontwikkelde. ADS vindt dat geïntimeerde de samenwerking onterecht heeft beëindigd. Geïntimeerde stelt de samenwerking op goede gronden te hebben beëindigd en vordert op zijn beurt onder andere betaling van abonnementsgelden. In eerste aanleg oordeelt de kantonrechter dat geïntimeerde de samenwerking op goede gronden heeft kunnen beëindigen, dat de vorderingen van ADS afgewezen moeten worden en die van geïntimeerde grotendeels toegewezen. Het hof oordeelt dat de grieven in het principaal en het incidenteel appel falen.
Tekortkoming in beveiligen IT-infrastructuur
Rechtbank Overijssel 9 maart 2022,IT 3860; ECLI:NL:RBOVE:2022:717 (Cottoncounts tegen CCG Retail)
Cottoncounts heeft te maken gehad met een hack: bestanden zijn door ransomware versleuteld. Cottoncounts zou daardoor ook veel product- en sfeerfoto’s kwijt zijn. Cottoncounts vordert een schadevergoeding van CCG Retail, omdat die de IT-infrastructuur heeft aangelegd en niet voldoende heeft beveiligd. Naar het oordeel van de rechtbank is CCG Retail tegenover Cottoncounts toerekenbaar tekortgeschoten: CCG Retail wist dat het behoud en de beveiliging van de product- en sfeerfoto’s van groot belang was voor de bedrijfsvoering van Cottoncounts. De rechtbank veroordeelt CCG Retail tot betaling van een schadevergoeding aan Cottoncounts.
Overeenkomst domoticasysteem ontbonden
Rechtbank Rotterdam 18 februari 2022,IT 3844; ECLI:NL:RBROT:2022:996 (Eiser tegen Vorm)
Eiser heeft een appartement gekocht en daarvoor een koop- en aannemingsovereenkomst gesloten met Vorm. Eiser heeft Vorm een meewerkopdracht gegeven voor de aanleg van een domoticasysteem (huisautomatisering). Als het gaat om het domoticasysteem is Vorm tekortgeschoten. Vorm kon of wilde de gebreken niet herstellen. Partijen hebben hun overeenkomst vervolgens aangevuld met de afspraak dat eiser de verdere aanleg van het systeem zou uitbesteden en dat Vorm de kosten daarvan zou betalen. Vorm heeft deze facturen niet vergoed. Eiser heeft de overeenkomst terecht ontbonden. De kantonrechter oordeelt dat Vorm moet terugbetalen wat eiser heeft betaald.
Bewijsopdracht voor Interconnect
Hof ’s-Hertogenbosch 1 februari 2022,IT 3813; ECLI:NL:GHSHE:2022:244 (Interconnect tegen Lance)
Partijen hebben een overeenkomst gesloten waardoor Lance gebruik kon maken van een VPC (Virtual Private Cloud) van Interconnect. Interconnect schaft de SQL-licenties van Microsoft aan en is gebonden aan de voorwaarden van Microsoft. Lance blijkt later gebruik te maken van de duurdere SQL standaard licentie in plaats van de overeengekomen SQL-weblicentie. Interconnect moet aan Microsoft een naheffing betalen en Lance moet de meerprijs van de duurdere licentie vergoeden aan Interconnect. Deze laatste vordering van Interconnect op Lance heeft Interconnect naar het oordeel van de kantonrechter niet voldoende onderbouwd. Lance vorderde het geld terug dat Interconnect ten onrechte had geïncasseerd en deze vordering werd door de kantonrechter toegewezen. In hoger beroep stelt Interconnect dat de algemene voorwaarden waren gewijzigd en dat dit aan Lance via een nieuwsbrief is meegedeeld. Lance zou die nieuwsbrief niet hebben ontvangen. Interconnect stelt ook dat Lance zelf de licentie op een van de twee servers heeft geïnstalleerd. Lance betwist dit. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan tot Interconnect hier bewijs voor heeft geleverd. Ook moet Interconnect bewijzen dat zij de nieuwe algemene voorwaarden aan Lance heeft overhandigd.
Opzegging opdrachtovereenkomst vormt geen tekortkoming
Hof Arnhem-Leeuwarden 25 januari 2022,IT 3802; ECLI:NL:GHARL:2022:512 (Solis tegen geïntimeerde)
Geïntimeerde (organisatieadviesbureau en eenmanszaak) heeft software ontwikkeld voor Solis (groothandel in machines, apparaten en toebehoren voor industrie en handel). De facturen die hij hiervoor heeft verstuurd, heeft Solis voor een deel niet betaald, omdat Solis vond dat geïntimeerde zijn werk niet goed en niet op tijd heeft gedaan. Solis eist terugbetaling van de factuur die wel is betaald. De kantonrechter heeft Solis veroordeeld tot betaling van de facturen. Solis gaat hiertegen in hoger beroep en vordert vernietiging van het vonnis van de kantonrechter. Solis vordert terugbetaling van de factuur, en een vergoeding voor de schade die Solis door geïntimeerde heeft geleden.
Handelde onderaannemer onrechtmatig?
Rechtbank Gelderland 12 januari 2022,IT 3804; ECLI:NL:RBGEL:2022:74 (FM Insurance tegen Fire Technology)
Het Catarina Ziekenhuis Eindhoven schakelt Kuijpers Beveiligingssystemen B.V. in voor werkzaamheden. Kuijpers schakelt voor het installeren van de watermistinstallatie Fire technologies in. In de brief aan het Catarina Ziekenhuis Eindhoven wordt duidelijk dat Kuijpers de Algemene Leveringsvoorwaarden Installerende Bedrijven 2007 (ALIB 2007) hanteert. Fire technologie heeft de watermistinstallatie in gebouw V van het ziekenhuis gerealiseerd. De softwareleverancier Hertek had Fire Technology geïnformeerd dat er een software-update beschikbaar was voor het watermistinstallatiesysteem dat in het ziekenhuis is geïnstalleerd. Na de update bleek dat een relevante functie niet beschikbaar was. Daarom heeft Fire Technology de nieuwste update verwijderd en de oude versie opnieuw geïnstalleerd.
Leverancier hoeft schade niet te vergoeden, geen verzuim wegen ontbreken van rechtsgeldige ingebrekestelling (sommatie onvoldoende)
Rechtbank Overijssel 22 december 2021,IT 3773; ECLI:NL:RBOVE:2021:4833 (Jonggelegen en Hydac)
In 2014 krijgt Nijl van Lufthansa de opdracht om een dockingsysteem voor het onderhoud en de reparatie van vliegtuigen te ontwerpen en te plaatsen in Manilla. Nijl vraagt Hydac in 2015 een voorstel te doen voor het ontwikkelen en leveren van de hydrauliek (en de besturing daarvan) voor het dockingsysteem. Partijen sluiten een overeenkomst voor de levering van hardware en software door Hydac. Op 28 september 2015 overhandigt Hydac de software aan Nijl. In mei 2016 zijn de heren [E] en [F] van Hydac gedurende een maand aanwezig op het project van Nijl in Manilla in verband met technische problemen. Op 10 januari 2017 is Nijl failliet verklaard. Na het faillissement heeft de curator van Nijl de vordering die aan het geschil in deze zaak ten grondslag ligt, aan Jonggelegen overgedragen. Jonggelegen vordert een verklaring voor recht dat (1) sprake is van toerekenbare tekortkomingen door Hydac waardoor Nijl schade heeft geleden en dat (2) Hydac voor die schade aansprakelijk is. De rechtbank wijst de vordering af omdat op grond van artikel 6:74 BW alleen sprake is van een verplichting tot het vergoeden van schade als Hydac in verzuim is. Jonggelegen heeft gesteld dat de toenmalige advocaat van Nijl een ingebrekestelling heeft gestuurd aan de toenmalige advocaat van Hydac. Maar deze brief ontbreekt in het dossier en het sturen van een sommatiebrief levert geen verzuim op.
IT-dienstverlener heeft aan verplichtingen voldaan
Rechtbank Noord-Holland 15 december 2021,IT 3765; ECLI:RBNHO:2021:11735 (Back-upsysteem)
Gedaagde heeft als IT-dienstverlener werkzaamheden verricht voor eiser. Het gaat in deze zaak om de vraag of gedaagde tekort is geschoten en een schadevergoeding aan eiser is verschuldigd. Volgens de eiser had gedaagde op grond van wat tussen hen is overeengekomen een werkend back-upsysteem moeten aanleggen en onderhouden. Dat is volgens eiser niet gebeurd, waardoor eiser gegevens is kwijtgeraakt. Gedaagde stelt een back-upsysteem te hebben geïnstalleerd. De rechtbank concludeert dat eiser onvoldoende heeft onderbouwd dat gedaagde geen werkend back-upsysteem heeft geleverd en gaat er vanuit dat gedaagde een werkend back-upsysteem heeft geplaatst. De rechtbank oordeelt dat gedaagde zich aan de verplichtingen heeft gehouden. De vorderingen van eiser worden afgewezen.
Colofon
Hoofdredactie: Ernst-Jan van de Pas, Dirkzwager
Eindredactie: de nieuwsbrief wordt samengesteld door SGOA in samenwerking met deLex Media.