Over vage contracten en scherpe oordelen
In 1999 koos ik voor de IT-advocatuur. Advocatuur omdat dat mij een mooi vak leek, en de IT-specialisatie vanwege de branche. Een sector met zijn eigen gebruiken, gewoontes en jargon. Met mensen die spraken in afkortingen, het hadden over zaken als “oplossingsrichtingen” en “deliverables” en waar grote offertes meer plaatjes bevatten dan tekst. Voor de meeste juristen -en zakenmensen- was dat moeilijk te begrijpen. Men vond IT-contracten vaag en klaagde erover dat uit de stukken niet goed bleek wat er was gebeurd of had moeten gebeuren. Maar als dan de technische details op tafel kwamen, haakten de traditionele advocaten en rechters vaak af: dan moest er een deskundige aan te pas komen.
Vage IT-contracten
Hoewel deze kritische vakgenoten inhoudelijk een punt hebben, zijn vage IT- contracten meer dan ooit een realiteit. Dat komt doordat de informatietechnologie zo diep in alle facetten van ons bestaan is doorgedrongen. Technologie ziet er steeds gemakkelijker en vriendelijker uit, terwijl het technisch gezien allemaal veel ingewikkelder is geworden. Beschrijvingen van wat IT-diensten precies inhouden zijn er ook niet bepaald helderder op geworden. Waar je vroeger in ieder geval nog houvast had aan computerapparatuur, broncode en gegevensdragers, vind je het nu al heel gewoon dat data en diensten in the cloud staan. Zonder dat iemand precies kan uitleggen wat die cloud nu precies is.
Opeerste verwarring
In de software-ontwikkeling zien we hetzelfde. Het vertrouwde functioneel en technisch ontwerp biedt niet altijd meer soelaas: wanneer men werkt, wordt helemaal niet meer met dat soort documenten gewerkt, maar wordt werkende weg bepaald wat het exacte voorwerp is van ontwikkeling. De jurist blijft in opperste verwarring achter…
Men zal afspraken over IT-projecten blijven maken en het zal altijd lastig blijven om die zodanig vast te leggen dat het contract volledige zekerheid geeft over wat er precies moet gebeuren en wie waar recht op heeft. En dus zullen er ook geschillen blijven ontstaan over dergelijke afspraken.
Scherpe geschillenbeslechting
Het is belangrijk dat die geschillen op een goede en snelle manier opgelost kunnen worden, zoveel mogelijk buiten rechte. Als partijen er onderling echt niet uitkomen, dan kan bemiddeling of advies van een ingevoerde derde de zaak soms vlot trekken. Soms echter, hebben partijen een juridisch verschil van inzicht. In dat geval moet er ook een juridische knoop worden doorgehakt.
Om te helpen bij het oplossen van die verschillende soorten geschillen, heeft de SGOA diensten ontwikkeld en dat is mooi. Partijen moeten zelf de keuze maken voor mediation, een deskundigenrapport, of arbitrage. Als zij kiezen voor het laatste, verdienen zij een helder en gemotiveerd oordeel over de juridische punten waarover zij ruziën. Het is nuttig als hun zaak wordt beoordeeld door mensen die ervaring hebben met de onderliggende materie, maar het is cruciaal dat er een juridische beslissing wordt genomen. Partijen die het zo ver laten komen dat hun juridische twistpunten worden beslecht, mogen van het scheidsgerecht een streng en rechtvaardig oordeel verwachten. Net als bij de overheidsrechter lopen zij de kans om alles te winnen, maar ook om op alle punten te verliezen.
Luisteren naar kritiek
In de markt wordt nog wel eens gezegd dat rechters en arbiters vaak te zeer op een compromis aansturen en uiteindelijk alle partijen een beetje gelijk geven. Ik denk dat het belangrijk is om naar die kritiek te luisteren. Ik juich het daarom ook toe dat er meer arbitrale beslissingen worden gepubliceerd dan voorheen. Met name die zaken waarin echt juridische knopen worden doorgehakt, zouden zoveel mogelijk moeten worden gepubliceerd. Dat zal leiden tot nuancering van het kritische beeld dat sommigen nu hebben. En daarnaast is het waardevol voor de IT-rechtpraktijk!