Deskundigenonderzoek en –bericht
Rechtszaken over automatisering zijn ingewikkeld. In veel gevallen schakelt de rechter dan ook een of meer deskundigen in, om hem voor te lichten over de technische aspecten van het geschil. Indien zeer specialiseerde kennis is vereist wordt een deskundige soms ook ingeschakeld door de mediators en moderatoren.
Een SGOA deskundige dient zich bij zijn werkzaamheden te houden aan het Deskundigenbericht Reglement van de SGOA. Deskundigen treden niet op voor één bepaalde partij, d.w.z. ze zijn geen partijdeskundigen. Via de SGOA wordt alleen neutraal deskundigenonderzoek verricht die door partijen gezamenlijk betaald worden.
En deskundige wordt altijd gekozen in overleg met partijen, maar dat garandeert niet, dat door een rechtbank altijd de juiste deskundige benoemd wordt. Aan de deskundige worden namelijk door de wet geen andere eisen gesteld dan dat deze zijn werkzaamheden onafhankelijk en naar beste weten verricht. Als dat beste weten tekortschiet, kan dat grote gevolgen hebben, want de rechter “leunt” in de regel zwaar op het oordeel van de door hem benoemde deskundige.
Kritiek achteraf op het deskundigenrapport, bijvoorbeeld door de procederende partij die dreigt te gaan verliezen, maakt daarom niet veel kans. Dat is ook logisch, omdat partijen bij het benoemen van deskundigen betrokken zijn geweest. Dat lijkt een waarborg voor het benoemen van de juiste deskundige, maar dat blijkt het in de praktijk niet altijd te zijn.
De rol van de deskundige in de civielrechtelijke procedure is niet zonder meer duidelijk. Een goede rol van de deskundige kan als volgt worden beschreven: De deskundige staat tussen de rechter en de partijen en helpt de rechter door het analyseren van problemen en het geven van voorlichting. De deskundige doet zijn werk zichtbaar voor alle betrokkenen en staat onafhankelijk van de partijen. Hij communiceert voor iedereen zichtbaar zowel met de rechter als met partijen.
Om die rol goed te kunnen vervullen, moet de deskundige, naast zijn specifieke deskundigheid, als informaticus of als organisatiedeskundige bijvoorbeeld, méér in zijn mars hebben, dan de minimumeisen die de wet stelt “onafhankelijkheid en beste weten” (art 222-2 Rv). Op basis van de hiervoor geschetste rolverdeling moeten er dus ten minste nog drie eisen gesteld worden aan de SGOA deskundige:
- hij/zij moet bekend zijn met de basale regels van het procesrecht en met de juridische omgangsvormen
- hij/zij moet beschikken over uitstekende communicatieve vaardigheden (zowel mondeling als schriftelijk
- hij/zij moet zelfstandig kunnen werken